Mijn naam is Mohamed en ik ben 21 jaar oud. Ik studeer Bestuurskunde en ben daarnaast bestuurslid bij de Partij van de Arbeid in Amsterdam. Als ik iets niet kan, motiveert me dat juist. Misschien sla ik daar soms wel iets in door, want opgeven doe ik niet. Ik rust niet voordat ik iets volledig onder de knie heb.
Ik woon in de Vogelbuurt in Amsterdam Noord. De Vogelbuurt is voor mij een bijzondere wijk. De wijk ligt midden in de stad, maar heeft de gezelligheid van een dorp. We hebben zelfs een Facebookgroep – Vogelburen – met meer dan 1000 leden. Ik ben hier geboren en getogen. Mijn vrienden woonden vroeger bij mij om de hoek en we waren altijd te vinden op voetbalveldjes en pleintjes. Iedereen kent hier elkaar en de vrienden die je maakt zijn voor het leven. Veel van mijn vroegere vrienden sloegen na de basisschool een andere weg in, waardoor we elkaar een beetje uit het oog verloren. Maar zodra ik ze tegenkomen is het meteen als vanouds. Dat vind je niet overal.
Je ziet dat de buurt steeds meer gentrificeert. Er komen veel nieuwe bewoners, wat natuurlijk prima is, maar de andere bewoners moeten hierdoor uitwijken naar andere buurten. Dat is jammer, want dat gaat ten koste van de diversiteit.
Ik wil jongeren graag perspectief bieden, zeker de mensen die onder de armoedegrens leven en kwetsbare posities hebben. Zij moeten dezelfde kansen krijgen als ieder ander. Vaak zie je dat mensen uit arme gezinnen 1-0 achterstaan. Ik wil voorkomen dat ze in deze situatie belanden en zorgen dat iedereen op een gelijkwaardige positie start. Iedereen moet zich vrij kunnen ontwikkelen, zonder daarbij te worden tegengehouden door de maatschappij.
De scholen in Amsterdam zijn nog lang niet divers genoeg. De buurten worden gemengder, maar ouders stoppen hun kinderen niet op buurtscholen omdat ze hun kind liever naar een school sturen waar ze zelf raakvlakken mee hebben. Dat is begrijpelijk, maar wel echt een gemiste kans.
Verder is het belangrijk dat alle jongeren dezelfde mogelijkheden moeten krijgen om zich te kunnen ontwikkelen. Jongeren die thuis niet veel hulp kunnen krijgen bij hun schoolwerk, moeten bijvoorbeeld bijles krijgen zodat ze op het niveau komen waar ze horen. De politiek kan handvatten bieden door meer te investeren in bijles en het begeleiden van kwetsbare jongeren, maar we moeten dit ook maatschappelijk oppakken. In Nieuw-West geven jongeren bijvoorbeeld bijles aan andere jongeren uit de buurt. Dat soort initiatieven zijn top.